9 etiquetteregels voor een nette maaltijd
- Serveer je meerdere gangen, dan leg je het bestek van buiten naar binnen in de volgorde van de gangen. Je neemt dus altijd bij elk gerecht het buitenste bestek. Opgelet: desertbestek ligt altijd boven het bord.
- Eet je soep, wat doe je dan met je vrije linkerhand? Dat laat je ontspannen op de tafelrand rusten.
- Pauzeer je even tijdens de maaltijd, dan leg je je bestek op de rand van het bord, de scherpe rand van het mes naar binnen, de tanden van de vork naar beneden. Ben je klaar met eten? Dan leg je je bestek over de helft van het bord en mag de vork met de tanden naar boven.
- Glazen plaats je van groot naar klein, op een lijn van voor naar achter. Het grootste wijnglas dat je bij het eerste voorgerecht drinkt staat dus vooraan.
- Je hoeft niet alle borden voor alle gerechten van bij het begin op tafel zetten. Overal enkel een onderbord is voldoende. Het soepbord bijvoorbeeld komt pas op tafel wanneer je de soep serveert. Idem dito voor het hoofdgerecht en het desert.
- Het servet leg je links van het bord of er op.
- Gebruik je een tafellaken dan moeten de randen zeker 30 cm over de randen overhangen. Placemats zijn voor een feestelijke maaltijd iets minder geschikt.
- Laat vrouwen en mannen afwisselend naast elkaar zitten. Koppels zet je niet naast elkaar. De gastvrouw en gastheer zitten tegenover elkaar, ofwel aan de uiteinden van de tafel, ofwel in het midden aan de lange zijden van de tafel.
- Voor de gasten: portefeuilles en sleutels zijn absoluut verboden op tafel. Ook not done: je neus snuiten in het servet!
Bron: Stijlvol Wonen november/december 2016 | Fotografie & styling Stefanie De Neve en Marie Houttequiet